Nee, ik
ga mij niet mengen in de eeuwige discussie, wat wel en wat niet
valt onder het begrip kunst. Dat doe ik zeker niet meer na het
horen van een lezing door een kunstkenner die beweerde, dat naar
zijn mening de beste definitie is dat kunst bepaald wordt door de
waarde van het werk. Bepalend is dus wat 'de gek ervoor geeft',
zoals hij plastisch zei.
Dit neemt
allemaal niet weg, dat kunst voor ons gevoel ook te maken heeft
met de schoonheid van de schepping en daarom ook met God zelf.
Als de
theologie zegt dat God klein als een mensenkind is geworden, dan
is God evenzeer terug te vinden in de schepping als zodanig. God
heeft zich als het ware op allerlei manieren kleiner gemaakt om
ons te kunnen bereiken en daarom is Hij ook in de schepping terug
te vinden.
Vroeger
kreeg ik bij het uitspreken van deze gedachte altijd met een
woord uit de Psalmen op mijn kop en wel dat de natuur weliswaar
iets vertelt over God, maar dat Gods woord een volmaakter glans
verspreidt, ' omdat zij 't hart bekeert'(Psalm 19 uit de oude
berijming).
Maar met
dit soort verklaringen nemen wij tegenwoordig geen genoegen meer.
Trouwens,
in de nieuwe berijming komt deze zogenaamde tegenstelling niet
meer terug omdat de psalm zelf die tegenstelling ook niet
oproept.
Veel
mensen ervaren God meer in de natuur dan in de kerk en vaak kun
je ze nauwelijks ongelijk geven.
Terug
naar de kunst. De christelijke traditie is eeuwenlang een
inspiratiebron geweest voor de kunst maar God en de kunst zijn de
laatste tijd behoorlijk vervreemd geraakt van elkaar. Of moet ik
zeggen dat de kunst en de kerk met name in deze eeuw uit
elkaar gegroeid zijn? Het calvinisme met zijn verkrampt
zondebesef en de onderwaardering van de lichamelijkheid heeft
zeker in de reformatorische traditie kerk en kunst van elkaar
vervreemd maar wij hebben sindsdien toch ook binnen de muren van
de kerk ontdekt dat onze woorden lang niet altijd samenvallen met
Gods Woord?!
Dit alles
is natuurlijk ook doorgedrongen in kringen van de kunst. Ook daar
heeft men een soort God-is-dood periode meegemaakt en dat heeft
tot gevolg gehad dat veel van wat is aangeboden als kunst geen
enkel aanrakingspunt meer had met de werkelijkheid waarin wij
leven; met de schepping dus.
Want ook
de kunst moet - net als God zelf dat doet - klein worden, d.w.z.
voor mensen bereikbaar. En dat is iets anders dan dat de kunst
vanuit een ivoren toren aan de mensen laat weten dat zij er weer
eens niets van begrijpen en maar moeten aanvaarden en waarderen
wat hen wordt aangereikt. De traditie zal ons wel leren of en in
hoeverre het om waarachtige kunst gaat.
Ook de
kunst moet voor mensen bereikbaar blijven en dat houdt toch in
een samen
zoeken naar aanvaarding van het werk van de kunstenaar door de
mensen die ermee in aanraking komen.
Dat
noemen wij in de kerk de werking van de Geest.De schoonheid van
Gods schepping moet herkend worden in de kleinheid van het
kunstwerk. En daarmee bedoel ik geen klein kunstwerk maar een
kunstwerk waarin de kunstenaar tot uiting brengt, dat hij ook in
zijn kunstuitingen mensen op het oog heeft.
Zo gezien
is kunst een gave van de Geest van God van en voor mensen.
Wij
hebben in de kerk de Geest te vaak in letters en formules
ondergebracht
maar de tijd is rijp om de Geest de
vleugels te laten uitslaan naar buiten, naar de schepping dus.
PIETER TASELAAR
CV
e-mail
KUNST
(2)
TALES HOME